Woordenschatschrift periode 1

70 Moeilijke woorden

Moeilijk woord		Betekenis	Geformuleerde zin
Sceptisch		Als je niet alles geloofd wat je verteld wordt	Ik ben meestal sceptisch als ik het vermoede krijg dat hij liegt.
Afwenden		In een andere richting brengen	Sommige reclames wenden je af, als je eigenlijk iets anders wilt kopen.
Retorisch		Redekunstig, bombastisch	Sommige dingen zijn erg retorisch bezig.
Importeren		Producten uit het buitenland naar je land halen	Nederland importeert veel met auto’s.
Vereffening
Interventie		Actieve handeling om een probleem op te lossen	Als er een probleem is, zal ik met een interventie optreden.
Initiatief		Handeling om iets op gang te zetten	Ik neem mijn werk altijd initiatief.
Termijn		Een gedeelte tijd	Ik heb een lange termijn geheugen.
Trajecten		Opdrachten	Met meneer DEO maak ik excellentie trajecten.
Hamvraag		Belangrijkste vraag	De toets heeft meestal maar een paar hamvragen.
Routine		Ervaring	De keeper van Real Madrid heeft veel routine.
Feilloos		Zonder fouten	Ik heb mijn toets feilloos gemaakt.
Benijden		Jaloers zijn op	Mijn vriend benijd mijn cijfers.
Alibi		Bewijs op het moment van misdaad	Ik heb de politie het alibi verteld.
Glimp		Vluchtige indruk	Op de eerste dag heeft de leraar altijd glimp op.
Fiasco		Mislukking	De show van gister avond was een fiasco.
Geoorloofd		Toegestaan	Ik ben geoorloofd te laat gekomen dus er is geen probleem
Meedogenloos		Zonder medelijden	De vijand is meedogenloos tegenover ons.
Fataal		Slecht, dodelijk	Het incident liep fataal af.
Parallel		Evenwijdig	Bij wiskunde leren we hoe we parallel moeten berekenen.
Dupe		Slachtoffer	Hij was de dupe bij de misdaad.
Amanuensis		Helper bij scheikunde of natuurkunde	Wij hebben naast onze scheikunde docent ook een amanuensis.
Monotoon		Eentonig	Hij leest monotoon voor en dat is saai.
Inheems		Van het land zelf	Klompen is inheems van Nederland.
Barbaars		Ruw	Sommige mensen doen heel barbaars als ze boos zijn.
Benepen		Benauwd	Als het in Nederland warm is, is het ook benepen.
Hachje		Stulpje	Dat is een geval van een hachje.
Belemmeren		Verhinderen	Hij belemmert me als ik wil leren.
Kannibaal		Menseneter	In sommige landen heb je kannibalen dat is gevaarlijk voor mensen zoals ons.
Gecompliceerd		Moeilijk	De toets was erg gecompliceerd.
Smoel		Gezicht	Wat trek jij nou weer met je smoel.
Collectivisatie		Privéboerderijen gaan op in grote gemeenschappelijke bedrijven waarin de boeren alles moeten delen	Na de eerste wereldoorlog was er collectivisatie in Duitsland.
Depressie		Langdurige achteruitgang van de economie met dalende productie en hoge werkloosheid	Duitsland was in de tweede wereldoorlog in depressie.
Concentratiekamp		Gevangenkamp	Anne Frank werd in een concentratiekamp opgesloten.
Uitkering		Geld dat iemand krijgt, bijvoorbeeld omdat hij werkloos is.	Mensen die werkloos zijn krijgen uitkering van de overheid.
Verzuiling		Verdeling van het volk in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties zoals omroepen.	Het Duitse volk was in verzuiling.
Stempelen		Systeem met stempelkaarten om zwartwerken door werklozen te voorkomen.	Ze willen zwartwerk voorkomen met stempelen.
Genocide		Volkerenmoord	Als je een groep vermoord noemt men dat genocide.
Vetorecht		Het recht om een besluit tegen te houden.	Het volk heeft het vetorecht.
Lidstaat		Staat die lid is van een internationale organisatie	Nederland is lidstaat van de VN.
Blokkade		Afsluiting, bellemeren	Het muurtje voor de vrij trap is een blokkade.
Provisie		Tijdelijke voorziening	De tandarts deed een provisie bij me.
Nonius		Verschuifbaar meetinstrument	Bij het meten van een cirkel gebruik in een Nonius.
Klokhen		Hen die broed of kuikentjes heeft.	Ik zag in het bos een klokhen.
Douw		Duw	Hij gaf me gister een douw in mijn rug.
Breinbreker		Lastige puzzel	Ik probeerde gister een breinbreker maar ik kreeg er hoofdpijn door.
Zondebok		Degene die van alles de schuld krijgt	Een jonge uit onze klas is meestal de zondebok van alles.
Vedel		Middeleeuws snaar instrument	In de middeleeuwen speelde ze altijd vedel.
Keur		Merk	Mijn vriend draagt altijd kleren met keur.
Brompot		Iemand die veel moppert	Onze klas is meestal een brompot voor de toets.
Amicaal		Vriendschappelijk	Laatst speelde Ajax een amicale wedstrijd tegen Arsenal.
Anathema		Vervloeking van	De jongeren van nu doen meestal aan Anathema.
Klis		Plant met stekelige knoppen	Een cactus is een klis.
Bewesten		Ten westen van	Ik woon bewesten van Amsterdam.
Scone		Rond cakeje	Laats maakte mijn klasgenoot een scone voor de klas.
Gourmand		Iemand die van lekker eten houdt.	Als het om eten gaat ben ik een gourmand.
Cumulus		Stapelwolk	In de winter is in de lucht altijd een cumulus.
Besodemieterd		Gek	Die leerling is wel helemaal besodemieterd om zo tegen de leraar te praten.
Miskoop		Aankoop waar iemand achteraf toch niet blij mee is.	De spel van mij was echt een miskoop ik zou liever een ander spel willen kopen
Intapen		Met band iets inwikkelen	Ik tape die pot goed in zodat er geen lucht uit komt
Eminent	Erg goed, voortreffelijk	Mijn vriend is erg eminent in voetbal.